Geschiedenis van de Tuilerieën
In 1564 begon het allemaal. De weduwe van Henri II, koningin Catharina de' Medici, liet een nieuw huis met tuin aanleggen buiten de muren van Parijs uit heimwee naar de Florentijnse paleizen uit haar jeugd. Het nieuwe koninklijke huis en de tuin werden vernoemd naar de tegelfabrikanten (tuilerieën) die al sinds de middeleeuwen op de gekozen plek gevestigd waren.
André Le Nôtre, de landschapsarchitect van Lodewijk XIV, knapte het park in 1664 grondig op. Het was in die tijd geopend voor "respectabel volk" om ervan te genieten. De Tuilerieën speelden een cruciale rol in de Franse geschiedenis, vooral tijdens de Franse Revolutie. In 1792 werd de koninklijke familie gevangen gezet in het Tuileries Paleis en daar werden koning Lodewijk XVI en koningin Marie Antoinette gearresteerd. Het paleis werd bestormd en de monarchie werd uiteindelijk omvergeworpen.
Het werd uiteindelijk openbaar gemaakt in 1871 na een aantal wijzigingen en gedeeltelijke privatisering, met name door Napoleon I en zijn neef Napoleon III. Uit protest tegen de koninklijke en keizerlijke macht staken demonstranten het Tuilerieënpaleis in brand tijdens de Parijse Commune-opstand in hetzelfde jaar. Ze hebben het paleis nooit gereconstrueerd. De tuin staat er vandaag de dag echter nog steeds.
In 1990 werd een wedstrijd uitgeschreven om de Tuilerieën te renoveren. Het winnende team, bestaande uit landschapsarchitecten Louis Benech en Pascal Cribier, heeft de oude tuin bijgewerkt met moderne elementen.